De verbrande stekker

De man die het dichtst bij de deur zat wierp een blik op de verbrande vijfpolige stekker in mijn rechterhand.
     ?Zoho,? zei hij. En glimlachte.

Drie mannen zaten op barkrukjes voor een toonbank. Achter de toonbank zat een man met een dun ringbaardje te bellen. Hij zag ons ? mijn vader en ik en de stekker ? binnenkomen en kneep even zijn ogen dicht ter verwelkoming.

De man op het middelste krukje droeg een bonte korte broek, waarop Surf stond. Veel geel, paars en roze. Het was zo?n broek waarvan je niet weet welk mysterie groter is: dat hij gemaakt wordt of dat hij gekocht wordt. Aan de broek bungelden vier beduimelde magneetpassen en een enorme sleutelbos.

De broek zat strak gespannen om de billen en dijbenen van de man. De man had billen die Robert Crumb tekent voor vrouwen. Als kantoorwerker ken ik alleen laffe kantoorbillen, die aan een broek de vorm geven van een bijna leeg pakje shag.

Hij draaide zich om, keek even naar mij en toen naar de doorgebrande stekker. 
     ?Heren,? zei hij. En glimlachte.

Het was stil in de kamer, op de bellende meneer achter de toonbank na. Geen muzak. Zachtgele TL-verlichting. Een kapot koffiezetapparaat. Het enige dat verraadde dat we in een elektrogroothandel waren was een openstaande deur. Door het gat keken we in het magazijn.

Het bellen duurde erg lang. Iedereen keek rustig voor zich uit.

De man achter de balie was klaar met bellen. 
     ?Je ken het so ophalen,? zei hij.
     ?Des mooi,? zei de man op de middelste kruk. ?Doe me d?r dan ook effe een paar van die rechte hoeken bij ? je weet wel. Heb je die nog??
     Het was zo?n zaak waar je met de aanduiding ?van die? extreem nauwkeurig kon communiceren.
     ?Van die euh,? zei de man achter de balie. Zijn linkerhand draaide wat rondjes in de lucht, maar het woord schoot hem niet te binnen. ?Ja, die heb ik nog.? Hij verdween een minuutje in het magazijn. Toen hij de rechte hoeken op de toonbank legden, bij een stapel andere spullen, waren ze klaar. Toch bleef de man op de middelste kruk zitten. 
     Niemand wilde hier weg. Het was hier fijn.

(Morgen verder.)