Liven polizi

Door een samenloop van omstandigheden ontmoette Vera, onze dochter van zes, de plaatselijke politiecommandant. Ze overhandigde hem een brief die ze letter voor letter aan de computer had ontfutseld, met haar neus bijna op het toetsenbord speurend naar het juiste symbool.
Liven polizi   ik   zag    hel veel
Vuurweerk   naa  het  al  niwjar gwest was
Op deseu dag  egt  heel  veel
Groetjus   van vera
De commandant beloofde dat hij er nog beter op zou letten. Het was een rustige jaarwisseling geweest. Voor het eerst in lange tijd had de Mobiele Eenheid niet in actie hoeven komen. Misschien droomde de commandant van wetten die volgend jaar gehandhaafd konden worden.
   Een dag of twee voor oudjaar had mijn vrouw aan Vera uitgelegd dat je eigenlijk alleen op oudjaarsavond vuurwerk mocht afsteken. Toen was al te horen dat het verbod overal genegeerd werd. De volgende drie dagen reageerde Vera op elke knal die zich verhief boven het kabbelende geluid van een bescheiden militair conflict enkele straten verderop. ‘Stomme rotjongens!´
   De laatste tijd dringt het besef tot haar door dat allerlei overtredingen niet door straf worden gevolgd, dat je kunt doen waar je zin in hebt. Je hebt mensen die dat een bevrijdende gedachte vinden en mensen die zich bedreigd voelen door de mensen die dat een bevrijdende gedachte vinden.
   Ik vreesde dat ze me zou vragen naar buiten te gaan om er iets van te zeggen. Er zou een woordenbrij uit mijn mond zijn gekomen. De strekking zou haar ontgaan, maar niet mijn ontwijkende blik.
   Ik verlang regelmatig naar een politiestaat. Langdurige scholing en indoctrinatie heeft me afgeleerd dat verlangen te omarmen, maar daarmee is het nog niet gedoofd. Vandaag hoorde ik op de radio dat agenten steeds vaker hun wapen trekken. De nieuwslezer deed erg zijn best om dat als probleem voor te stellen.