Totalitaire institutie

Sommige mensen zijn bang om alleen te zijn. Ik ben bang om nooit meer alleen te zijn. In het voorjaar was ik een weekeinde alleen in Montreux. Zonder reden. Dat wil zeggen, er was een reden om te gaan, maar die was vervallen, in tegenstelling tot het vliegticket. Voor ik naar het vliegveld ging grapte mijn vrouw iets over dat ik probeerde te ontsnappen aan het huwelijk. Een van haar vertederende eigenschappen is dat ze haar eigen angsten omzet in grappen. Het was aangenaam om ergens naar toe te gaan waar niemand op me zat te wachten en ik me nergens hoefde te melden. Verder heb ik het hele weekeinde gedacht aan mijn vrouw en dochter. Bij terugkomst zei ik dat het huwelijk een totalitaire institutie is, maar dan effectiever. Het is niet bedoeld als kritiek. Ik heb geen aanleg voor het dissidentschap, en het trekt me ook niet. Een beetje onderdrukking is goed voor de mens. Maar ik zou zo graag af en toe vergeten dat ze bestaan, mijn vrouw en dochter. Ik vraag niet om een hele dag. Een uur zou al mooi zijn. Of het moment waarop ik wakker word. Een paar weken geleden pakten we de spullen in voor onze vakantie in Frankrijk. Tent, klapstoeltjes, koelbox, zonnebrandolie, boeken. Ik had de indruk dat mijn vrouw enigszins opzag tegen drieënhalve week onafgebroken in elkaars gezelschap te verblijven. Ze grapte dat het aantal echtscheidingen na de vakantie hoger ligt dan in de rest van het jaar. De grappen van mijn vrouw zijn soms wat somber van toon, maar ze hebben wel altijd een hoge informatiedichtheid. Ik heb een zwak voor informatiedichtheid. Uiteindelijk bleek de vakantie bijzonder aangenaam. Ik heb me gerealiseerd dat ik van de geur van benzine hou. We hebben geen auto, dus die geur is verbonden met onze volgeladen huurauto en Franse tankstations. Ook de geur van de lucht uit zwembandjes bezorgd me kortstondig geluk. Een van Vera?s favoriete bezigheden deze vakantie was het laten opblazen en leeglopen ? of in haar woorden: aanblazen en afblazen ? van de zwembandjes. Die ventielen hebben een soort leegloopbescherming, waardoor ik ze steeds met mijn tanden moest openhouden terwijl ik de lucht uit de bandjes drukte, in mijn mond. Ik heb nooit lijm gesnoven, maar ik stel me voor dat het een vergelijkbaar effect heeft. Regelmatig wilde iets zeggen in de trant van: Wat een leven, jongens. Maar ik had ergens een column gelezen waarin die uitspraak werd neergezet als een treurig fenomeen. Ik was het niet eens met de columnist, maar ik voelde me toch geremd. Meestal beperkte ik me tot tevreden gezucht. Ook in totalitaire instituties bestaat geluk. Je kunt het waarschijnlijk niet uitroeien, al zou je het proberen.