De microfoon

Ik schreef een poosje terug over mijn Duitse avonturen in Battlefield 2. Als de Duitse Gruppenführer me iets vroeg via het intercomsysteem, moest ik stoppen met lopen, een tekstveldje openen en een antwoord tikken. Ik had namelijk geen microfoon. Dat stond de Große Verbrüterung in de weg. Bovendien betekent stilstaan meestal dat ergens een sluipschutter begint te grijnzen en zijn cross hair op je schedel richt.
“Koop een microfoon,” suggereerde Alper.
Nou nee.
Ik speel in de woonkamer met een koptelefoon. Dat zou betekenen dat de VIHB alleen mijn fragmentarische uitroepen in paniekerig Duits zou horen. Dat is het equivalent van iemand die vals meezingt met zijn walkman.
Een week later kwam ik langs de Mediamarkt. Ineens stond ik toch in de kelder, voor het rek met de koptelefoons met ingebouwde microfoon. Ik kocht de eerste de beste Logitech-set die ik zag.
Thuis sloot ik de set aan en ging spelen.
De VIHB zat op de bank met haar laptop. Ik voelde me bekeken.
In de eerste squad waar ik mee speelde werd amper gepraat.
Ik betrapte mezelf op enige opluchting.
Maar de volgende squad had een actieve Gruppenführer. Toen ik naast hem spawnde, achter een fabriekgebouw, begroette hij me via de intercom. ‘Tag Kloek. Wie gehts?’
Het zweet brak me uit.
Mijn vinger ging naar de muisknop waarmee ik mijn microfoon kon activeren.
Ik schraapte mijn keel.
Toen stopte ik met lopen, opende een tekstveldje en tikte: Hallo.
Ik durfde niet.
Een half uur later stopte ik met spelen. De VIHB merkte op dat ze me niets had horen zeggen. Ik zei dat ik me een beetje geneerde. Ze zei dat dat volledig terecht was.

Een paar dagen later speelde ik weer. De VIHB was niet thuis en ik was vastberaden om mijn schroom te overwinnen. De Große Verbrüterung was binnen handbereik.
Licht zwetend meldde ik me aan bij een squad.
Ik werd niet begroet, maar ze waren dan ook bezig om een basis achter de frontlinie in te nemen. De Gruppenführer plakte C4 op de brug die naar de basis leidde en blies ‘m op. Dat zou ons iets meer tijd geven, voor de tegenaanval zou komen. Er werd druk gepraat, maar ik had nog niets te zeggen gehad.
Ik was hospik en strooide wat ehbo-pakketjes rond de basis voor als mijn kameraden daar geraakt zouden worden.
Ineens zag ik op onze linkerflank een amfibische pantserwagen de rivier oversteken. De rest van het squad hield alleen het gebied rond de brug in de gaten. Dit was het moment. Dit was belangrijk.
Ik drukte op het intercomknopje op de muis. Een klein geel luidsprekertekentje verscheen in de hoek van mijn scherm. Ik zou mijn eerste mededeling gaan doen op het slagveld en het zou levens gaan redden.
Ik zei: ‘APC linke Flanke! Panzer Abwehr, schnell!’
Mijn ademhaling was onregelmatig, maar het was er toch redelijk verstaanbaar uitgekomen.
Ik keek achterom of er al iemand kwam met het anti-tank wapen.
Er kwam niemand.
De pantserwagen had me gezien en begon me te beschieten met het boordkanon. Ik verstopte me snel achter een pilaar van een gebouw. ‘Bitte schnell Panzer Abwehr bitte!’ Dat was een bitte te veel, maar beter een bittetje teveel dan te weinig, leek me zo.
Niemand reageerde of zei iets.
‘Halloooo!’ riep ik in de microfoon.
‘Kloek,’ zei de Gruppenführer. ‘Könntest du bitte dein Microfoon lauter abstellen? Ich kann dich nicht hören.’
Hij had ook het gele luidsprekertekentje zien oplichten met mijn naam erachter en vervolgens was er alleen wat ruis doorgekomen.
Ik draaide alle schuiven open. ‘Hallo! Kannst du mich jetzt hören?’
Mijn squad werd inmiddels geslacht door de pantserwagen. Onze anti-tank-specialist had ‘m te laat gezien.
‘Kloek,’ zei de Gruppenführer. ‘Könntest du bitte dein Microfoon lauter abstellen? Ich kann dich noch immer nicht hören.’
Ik leefde nog als enige van het squad en kon niet uit mijn schuilplek komen om de Gruppenführer te reanimeren, omdat de meneer in de pantserwagen wist dat ik daar nog ergens rondhing.
Ik stopte met lopen, opende een tekstveldje en tikte: Entschuldige.
We verloren.
Ik trok de stekkers van de koptelefoon en microfoon uit de geluidskaart en stopte de set terug in de verpakking.