Het Grote Omhoogvallen

Het Grote Omhoogvallen is begonnen.
Er kwam een mail binnen met een logo van een Rijksdienst met een gewichtige naam. Waar ik nog nooit van had gehoord. Laten we zeggen dat het de Rijksdienst voor Dingen was. Zonder dingen komt alles tot stilstand, dus het is duidelijk dat hier een overheidstaak ligt.

‘Geachte heer Mies,’ stond er onder het logo. ‘Binnenkort organiseren wij ons jaarlijks congres Over De Dingen (RDIO-ODD). Op ODD 2005 komen de mensen uit de rijksoverheid bijeen die belast zijn met Dingen. Na de toespraak van de minister en de staatssecretaris, organiseren we een debat tussen Top-Dingologen. Daarin zullen vragen centraal staan als: Wat is het optimale aantal dingen op rijksniveau? Hoe bewaken we de balans tussen dingen en ondingen? Dingbeheersystemen: Een achterhaalde modegril?’

Er volgde een witregel. En toen: ‘Wij willen u vragen of u zou willen participeren in dit debat.’

Gelukkig was ik net naar de kapper geweest.
Maar misschien was dat niet genoeg.
Ik dacht even na.
Na vijf minuten had ik nog steeds geen mening over dingen.
Dat kon liggen aan het feit dat ik verder niks weet over dingen.
Ik doe nooit onderzoek naar dingen.
Meer naar, euh, iets anders.

Ik mailde terug dat ik vereerd was met de uitnodiging.
En verrast, omdat ik geen enkele track record had op het gebied van dingen. Een track record is het overzicht van de ballast die aan je blijft kleven gedurende je loopbaan.
‘Diverse vakgenoten verkeren in een betere positie om een substantiële bijdrage te leveren aan uw debat,’ mailde ik.
‘De meest professionele afweging lijkt me dan ook om u te bedanken voor de uitnodiging, maar deze niet aan te nemen.’

Maar dat feest ging mooi niet door.

(Vervolg.)