Buitenaards wezen

Gisteravond, voordat ik naar bed ging, schoor ik mezelf. De laatste keer was ergens voor de Kerst. Mijn baardgroei is bescheiden – de baardgroei van een wijf, grapte ik vroeger, toen ik nog een voormalig gereformeerd collega had die mij het gevoel gaf dat het een enigszins choquerend grapje was. Hem mis ik niet, maar dat gevoel wel. Als het choqueren je niet van nature afgaat, is het zaak een publiek te zoeken dat aan een half woord genoeg heeft.
            Overigens vond die collega het hele leven choquerend. Dat drong pas tot me door toen ik een keer bij hem thuis kwam en zag dat hij zijn flessen drank bovenop een hoge kast legde, uit het zicht. In eerste instantie dacht ik dat hij een liefde voor overmatige alcoholconsumptie probeerde te verbergen. Maar navraag leerde dat hij de naakte aanblik van flessen buitenlands gedestilleerd choquerend vond. Alsof het een collectie pornografie betrof. Vervolgens vond hij het bijna even choquerend dat ik die mening niet was toegedaan.
            Het was aangenaam om zijn universum te betreden. Om even een buitenaards wezen te zijn.
           Ik verlang er nog wel eens een buitenaards wezen te zijn, maar de voormalig gereformeerde collega emigreerde een paar jaar geleden naar een ander continent. Verder is mijn leven bevolkt met soortgenoten. Ooit moet me dat een goed idee hebben geleken.