De kapitein van de Titanic

De afgelopen dagen bracht ik door tussen rampenonderzoekers. Voorafgaand aan de conferentie werden de CV’s van de deelnemers rondgestuurd. Die bevatten opsommingen van de rampen die ze bestudeerd hadden, zoals militairen hun onderscheidingen op de borst dragen. Een Luitenant ter zee eerste klas legde me ooit uit wat de verschillende onderscheidingen inhielden. Hij noemde ze plakplaatjes. ‘De meeste krijg je als je gewoon komt opdagen.’
Met rampen werkt het op een vergelijkbare manier. Als je kwam opdagen op een conferentie over een ramp, kon je hem op de lijst zetten. Deze conferentie was in Louisiana en de meest populaire ramp was de orkaan Katrina.
Zelf weet ik niets van rampen, maar omdat ik was uitgenodigd door een bevriende wetenschapper had ik voor de gelegenheid ook een mening gefabriceerd over rampen. Er was gelukkig weinig vraag naar mijn mening.

Bij het voorstelrondje stond een meneer op die zei dat hij de baas was geweest van FEMA ten tijde van Katrina. FEMA is de federale rampenbestrijdingsorganisatie die, volgens de rampenonderzoekers, de ramp juist had vergroot in plaats van bestreden. De meneer sloot zijn introductie af met de mededeling: ‘Ik ben hier om jullie de kans te bieden te spreken met de kapitein van de Titanic.’

Aan het einde van de tweede dag werden de rampenonderzoekers in een bus geladen en naar het huis van de Chancellor van de universiteit gereden. De Chancellor woonde in een langgerekte bungalow die uitkeek over een meer. De rampenonderzoekers schuifelden wat onwennig door de luxueuze vertrekken op weg naar de tuin waar de bar was ingericht. Op de tafels lagen zorgvuldig gerangschikte fotoboeken die door niemand werden aangeraakt.
In de tuin bestelde ik een gin tonic. Een van de rampenonderzoekers zei tegen me dat het een echt zuidelijk drankje was. Daarna praatten we een moment over het zonnige weer. Het meer weerkaatste goudkleurig zonlicht en met half dichtgeknepen ogen nipten we aan onze drankjes.

Tijdens mijn tweede gin tonic hield de Chancellor een toespraak. Hij had een kalme stem die zonder hoorbare inspanning de achterste rijen haalde van het gezelschap. Een rampenonderzoeker vertelde me dat de Chancellor de baas was geweest van NASA ten tijde van de ramp met de Challenger. Ik besefte ineens dat er duizenden kapiteins van de Titanic zijn. Eigenlijk is iedereen de kapitein van zijn of haar hoogstpersoonlijke Titanic. Als je een leven lang de tijd heb, vind je altijd wel een ijsberg.
Naast de Chancellor stond een kleine, tengere vrouw die het onderwerp bleek te zijn van de toespraak. Ze was onderwijzeres en astronaut. In de jaren tachtig was NASA een programma begonnen om onderwijzers de ruimte in te lanceren. In 1986 had ze in de Challenger moeten zitten die ontplofte. Maar ze kreeg de griep, of iets dergelijk. Dat stukje van de toespraak verstond ik niet. In haar plaats verongelukte een andere onderwijzeres.
Met die uitkomst nam ze geen genoegen. Ze trainde verder tot ze weer aan de beurt was. Dat duurde ruim vijftien jaar. Toen het moment eindelijk daar was, verongelukte shuttle Columbia op de laatste vlucht voordat zij zou vertrekken. Zoals de Chancellor het vertelde was die ramp een persoonlijke tegenslag voor haar. Ook aan de dood ontsnappen kan een ramp zijn.

De conferentie werd volledig gefinancierd door een lokale ondernemer. De man zat de hele dag achter in de conferentieruimte. Aan het einde van de dag ging het gerucht dat hij de conferentie zeer boeiend vond. De opluchting onder de onderzoekers was voelbaar.

Ik bestelde nog een gin tonic en tuurde naar het hypnotiserende gouden water. Naast me zei iemand dat het had gevroren in Nederland.