Metacliché

Er werd ergens gehandbald. De stem van de radioverslaggever klonk ingeblikt vanwege de telefoonverbinding, maar je hoorde nog steeds de akoestiek van een gemeentelijke sporthal. Er is geen enkele ruimte die klinkt als een gemeentelijke sporthal. Ik kon bijna de kleedlokalen ruiken – en de kunststoffen vloer en het hout van de rekstokken en de asbakken in de kantine waar niet gerookt mag worden, maar het toch gebeurt, aan het uiteinde van de bar.

Groningen werd weggevaagd, zei de verslaggever. En toen zei hij: ‘Groningen moet in de tweede helft uit een ander vaatje gaan tappen. Het is een cliché, maar het is wel waar.’

Die laatste zin kaatste een paar keer door mijn hoofd. Een cliché over een cliché – een metacliché. Vreemd dat me die nog niet eerder waren opgevallen. Ik probeerde nog een ander voorbeeld te verzinnen, maar het lukte niet. Misschien is er alleen behoefte aan die ene.