Test 5

De afgelopen weken waren mijn vrouw en ik en onze twee dochters op vakantie. Een tent, een paar klapstoelen, een spel uno-kaarten, en een berg losse spullen waarin mijn vrouw orde elke dag opnieuw orde probeerde te scheppen. We waren weg uit de dagelijkse rondgang langs school, werk en thuis. Tijd om met een boek op schoot voor me uit te staren, voor lange wandelingen, voor bezinning. Tijd voor de vragen waar je normaal niet aan toe komt. Ik noteerde er vijf.

Vraag 1. Moet ik mijn tanden laten bleken?

Op de eerste camping, in de Duitse Eiffel, stond ik voor een spiegel in het toiletblok mijn tanden te poetsen. Eigenlijk is schrobben een beter woord; er zit een zekere hysterie in hoe ik de borstel heen en weer haal. Mijn tanden zijn geel geworden.

Ik dacht aan een folder die een maand of wat geleden in de brievenbus zat, geadresseerd aan mijn vrouw. We hebben u al lang niet gezien, tijd voor een opfrisbeurt. Was getekend: white-shine.nl. 
Mijn vrouw en ik zijn twaalf jaar getrouwd, maar ik had geen idee dat ze haar tanden liet bleken. Een van de leukste kanten van het huwelijk vind ik dat je steeds opnieuw merkt hoe weinig je eigenlijk van de ander weet. Alsof het allemaal nog moet beginnen.

Moet ik ook mijn tanden laten bleken? Waarom niet? Ik had wel eens informatie gegoogled over de behandelingen. Ze bleken prijzig, de beloften over het resultaat mager. Een tint of wat lichter zou het worden. Zeg van oorsmeergeel naar citroensapgeel.

Toen had ik geconcludeerd dat ik me moest verzoenen met gele tanden. Niet zozeer vanwege het geld, maar omdat ik uiteindelijk mijn verlangen naar witte tanden wantrouw. Voor wie of wat wil ik witte tanden? Wat hoop ik ermee te bereiken? Er broeien verontrustende antwoorden achter die vragen.

Voor wie bleekt mijn vrouw haar tanden? vroeg ik me ineens af. Voor andere mannen? Voor mij? Voor andere vrouwen? Het zijn hoopvolle mogelijkheden.

Vraag 2. Waarom gaan we in vredesnaam kamperen?

Op de tweede camping, in Saarland, regende het regelmatig. Dan heb je veel tijd om je te verwonderen over de intrigerende menselijke uitvinding die kamperen heet. Je betaalt voor het recht om met een verzameling mensen op een veldje te gaan zitten in een inferieure versie van je eigen huis. Op de camping valt een opvallende sociologische omkering te observeren. De mensen uit lagere sociaal-economische groepen hebben de meest luxueuze kampementen, met complete veldkeukens, kasten, tuinfakkels, gietijzeren kachels en senseoapparaten. Bij een vouwcaravan zag ik een obelisk-vormige tent. Daarin bleek een manshoge koelvriescombinatie te wonen. De mensen uit hogere socioeconomische

Michel van EetenComment