Posts in Tekst
Maand drieënveertig

Lieve Vera,

Ooit namen we je mee naar een diner bij een professor, een man met een meedogenloze intelligentie. Terwijl we aan het aperitief nipten, keek hij naar zijn eigen kind, een wat slungelig jongetje met een afgeplakt oog, worsteldend met een stuk speelgoed. ‘Ze zeggen dat kinderen zo snel leren,’ mompelde de professor. ‘Maar dat vind ik helemaal niet.’
    Het is onvermijdelijk dat ouders teleurgesteld raken door hun kinderen. De enige manier om dat te ontlopen is geen enkele verwachting te koesteren. Dat lijkt me een vorm van kindermishandeling. Als teleurstelling onontkoombaar is, valt er iets voor te zeggen het zo snel mogelijk achter de rug te hebben.
    Je vader wordt binnenkort ook benoemd tot professor, maar het lukt me nog niet teleurgesteld te raken in jou. Volledigheidshalve moet ik er bij zeggen dat het een gekocht professoraat is. Bij zulke posities worden aan meedogenloosheid noch intelligentie al te hoge eisen gesteld.

Al met al zijn we bijna in het eindstadium beland. Zo meteen zijn er twee kinderen, maatschappelijk succes, een jaren-dertig-huis en een fietskar. Je moeder vatte dat kernachtig samen: ‘De doodsteek.’
    Je kunt erop wachten tot we dingen gaan roepen als ‘we moeten ook tijd voor onszelf maken’ of ‘ergens ben ik mezelf kwijtgeraakt’. Ik ben mezelf al jaren geleden kwijtgeraakt, zo ik mezelf al ooit gevonden zou hebben, maar toch zal die gedachte zich langzaam naar binnen vreten tot ik ga denken dat het oorzaak benoemt van wat er ontbreekt aan mijn leven. Ik zal niet weten wat er precies ontbreekt, maar dat er iets zal ontbreken, daarover bestaat gelukkig geen twijfel. Ergens op kunnen rekenen is ook een vorm van troost.
    De rest kun je zelf uittekenen. Iemand zal de schuld krijgen en bij het aanwijzen van schuldigen is het prettig als je niet te ver van huis hoeft. Dat maakt het allemaal wat aanschouwelijker.

Er is geen reden tot zorg, integendeel. Het is noodzakelijk dat jij je van me losmaakt. Zie mijn ingeslikte verwijten, mijn misplaatste verwachtingen, mijn kille teleurstelling, als hand- en spandiensten bij dat proces.

Je moeder observeerde dat ik de laatste tijd bijna uitsluitend schrijf over mijn assimilatie in de middenklasse. Zelf strooi ik te pas en te onpas met de term midlifecrisis. Je moet alert zijn bij dit soort dingen, want voor je het weet is het weer voorbij. Er zijn al heel wat crises onopgemerkt aan mij voorbij gegaan en daar heb ik nog steeds last van.

Ondertussen vermaken we ons met dans. Je bent altijd al een liefhebber geweest van deze bezigheid, net als je moeder. Deze maand brak er echter een nieuwe fase aan. Je ging voor ons optreden. Tot nu toe was het verplicht dat wij meedansten, maar nu dartel je alleen door de kamer.
    Gisteren viel je even terug in je oude patroon. Je trok je hoogzwangere moeder van de bank om mee te dansen. Na twee passen schudde je je hoofd en zei: ‘Mama, je noep weer gaan zitten.’
    We beperken ons nu tot toekijken. Ik weet niet waarom, maar het voelt enigszins voyeuristisch. De blikken die je op ons werpt om te controleren of we nog kijken, zijn vol spanning, alsof je ons probeert te verleiden. Het is een oogopslag die ik me herinner uit de benauwde uren die ik in mijn vroege puberteit doorbracht aan de rand van de dansvloer.
    Blijkbaar ben je er niet helemaal gerust op, behoort afwijzing tot de mogelijkheden. Dat zweept je op tot grote hoogten.
    Misschien is mijn voyeuristische gevoel niets anders dan de ongemakkelijke sensatie toeschouwer bij – nee, deelnemer aan, het geluk te zijn. Er zijn weinig zaken die me nerveuzer maken.

De teleurstelling zal komen en in sommige opzichten zal het een opluchting zijn.

De verkeerde Kiers

Halverwege de maaltijd, de wijn had inmiddels de zeurende pijn doen vergeten die mijn voet beheerste sinds ik uit frustratie tegen de muur van de squashbaan had getrapt, keek ik opzij.
    Aan het halfhoge muurtje van de open keuken hing de poster van het Delfts Bluesfestival. De enige naam die ik herkende was Blood, Sweat &, wacht even, Kiers?

[[image file="kiers.jpg" alt="Kiers?" ]]

Thuis bezocht ik de site van de band.
Het was de verkeerde Kiers, natuurlijk.

De partnerles (slot)

(Wat er voorafging.)

De yogalerares kijkt naar de groep. Ze taxeert ons, zoals ik net haar huis taxeerde.
Dan brengt ze de vrouwen op de hoogte van een rampzalig vroeg begonnen bevalling van een medecursist. Ondertussen tast haar hand naar de afstandsbediening van de Zweedse muziekinstallatie. Die ligt tussen enkele glanzende stenen die vermoedelijk niet te onderschatten gezondheidsvoordelen bieden. Haar slechte nieuws wordt overdadig begeleid door sitarklanken, tot de vrouw eindelijk de volumeregeling heeft gevonden. Ook dan is het nog niet naar haar zin. Ze draait zich naar de installatie en maakt een wuft gebaar. Zonder dat ze de glanzende zwarte doos aanraakt glijdt er een paneel open. Ze drukt op enkele knopjes.

Er volgt een les met weinig yoga en veel theorie over hoe je geacht wordt te bevallen. Het belangrijkste kenmerk van die theorie, zo begrijp ik na enige tijd, is dat het onmogelijk is om correct te bevallen.
Mijn vrouw ziet nogal op tegen de bevalling en dat lijkt me een alleszins rationeel standpunt. De meeste middelen om de zaak draaglijker te maken, worden door de yogalerares systematisch in diskrediet gebracht.

Aan het einde van de les wordt geïnventariseerd of de mannen de volgende week ook weer meekomen. Ook dat blijkt een soort partnerles, hetgeen enige verwarring binnen de groep oplevert. Eigenlijk zijn alle lessen partnerlessen, merkt de lerares zuinigjes op.

Mijn vrouw vraagt of ik dan ook weer meekom.
Ik glimlach en zeg dat we dan even de oppas moeten bellen.
Andere mannen lachen ook.

Dan gebeurt er iets vreemds.
Ineens gonst het dat de mannen niet meekomen.
Even later wordt officieel vastgesteld: de mannen komen niet mee.
Ik weet niet waar dat het gerucht is ontstaan.
Maar ik ben dankbaar.
De andere mannen lachen nog steeds, maar nu van opluchting.
De vrouwen dringen niet aan.
Integendeel. Ik verdenk ze ervan dat zij het gerucht hebben verspreid.

Als we weer thuis zijn, hervat ik mijn werkzaamheden aan de zojuist aangeschafte fietskar.
Mijn vrouw zegt: Zwangerschapsyoga en een fietskar, gelukkig vinden we het niet erg om burgerlijk te zijn.
Ik knik glimlachend en hoop dat ze gelijk heeft.

De partnerles

Donderdagavond, half negen. In de hal van een statig herenhuis verzamelt zich een tiental stelletjes. Echtparen, is waarschijnlijk een nauwkeuriger aanduiding. Maar dertigers zijn mensen die graag vertellen dat ze nog moeten wennen aan termen als ‘echtpaar’ en ‘mijn vrouw’.

Er wordt vriendelijk geknikt en gegroet.
De vrouwen wijzen de weg, de trap op, de geur van de wierook achterna.
We doen onze schoenen uit en verdelen ons over de matjes in de kamer. Er staat een sitar tegen de muur, maar het geluid komt uit een sobere zwarte muziekinstallatie van Zweeds design.

Ik kijk om me heen naar de mannen.
Ze zoeken zich een houding op het matje.
Knielend of de benen over elkaar gevouwen of tegen de muur hangend.
Witte dertigers, glimmende huid, doorvoed, vriendelijk, vol goede wil, gehuld in kleding die je eerder eigentijds dan modieus zou noemen. Spijkerbroeken, overhemden, truien met hier en daar een Engelstalig woord.
Hier zitten we dan, de burgerij, de ruggegraat van de economie, het marketingsegment dat smeekt om authenticiteit, de kern van elk electoraal succes, de mensen aan wie je iets kan overlaten, de kopers van kinderkarren en weekendjes in Maastricht, want we werken niet alleen aan onze carrière maar ook aan onze relatie. Men heeft ons uitgelegd dat dat moet en nu vinden wij dat ook.

Sommige mensen vragen zich af wie ze zijn, suggererend dat ze een mysterie zijn dat doorgrond moet worden.
Zelf heb ik meer last van een gebrek aan mysterie.
Ik kijk om me heen naar de mannen.
Dit ben ik dus.
Ik probeer de mannen met meer mededogen te bekijken.

We zijn allemaal gekomen voor de partnerles.
Geen van ons heeft gedacht: samen leren ademen, dat is liefde.
Maar we zijn er wel.
We zijn niet zwanger en dat schept verplichtingen.
De matjes zijn langwerpig en we hebben allemaal achter onze vrouw plaatsgenomen.
We lachen teveel. Ongemak vormgegeven als beleefdheid.

Ik bestudeer het pand, het glas in lood, de deurkozijnen, het siergips aan het plafond.
Als mijn blik terugkeert naar de groep, zie ik dat een andere man ook taxerend het onroerend goed opneemt.
Ik kan niet zeggen dat ik veel locaties heb bezocht waar zwangerschapsyoga wordt verzorgd, maar in beide gevallen kreeg ik het idee dat het doceren van yoga een manier was je te verhouden tot materieel succes, en wellicht tot de lange avonden wanneer je man ergens buitenshuis bezig is dat succes af te dwingen.

Het duurt even voor de yogalerares zich bij ons voegt.
Als ze heeft plaatsgenomen op haar matje, is haar eerste woord: ‘Zo.’

(Morgen het slot.)

Zwijgende commando-eenheid

Na de presentatie bij de opdrachtgever haast ik me terug naar Gare du Nord. Het heeft iets nonchalants, een retourtje Parijs voor een bijeenkomst van twee uur. Ik was vergeten hoe dat voelde, nonchalance.
    De avondspits heeft de wagons van lijn 9 volgeladen.
    Naast me zit een jonge vrouw zich op te maken. De vrouw tegenover haar, zelf aanzienlijk minder aantrekkelijk, slaat het wantrouwend gade.
    We passeren een serie kleine stations waar weinig mensen in- of uitstappen.
    Ik kijk uit het raam om te zien waar we zijn. Richelieu Drouot.
    Het perron aan de overkant is leeg, op twee oudjes na. Een grijze man in een muts en winterjas werkt zich systematisch door de inhoud van een prullenbak. Een meter of drie achter hem staat de vrouw, voorovergebogen over een stok. De panty’s om haar benen vertonen gaten. Ze is minder warm gekleed dan de man – een vestje over een bloemetjesjurk, van het soort dat mijn oma’s droegen, en sandalen aan haar voeten.
    Ze kijkt speurend in beide richtingen het perron af. Misschien staat ze op wacht.
    De man woelt verder, haalt een krant uit de prullenbak, bekijkt die vluchtig en stopt hem weer terug.
    De vrouw schuifelt iets dichterbij. De zolen van haar sandalen komen niet los van de stenen stationsvloer.
    Dan klinken de waarschuwingstonen en sluiten de deuren van de wagon zich.
    De man kijkt achterom naar de vrouw en knikt met zijn hoofd richting uitgang.
    De vrouw knikt bevestigend.
    Terwijl de metro optrekt, stappen ze behoedzaam achter elkaar over het perron, op weg naar de trap. De vrouw kijkt nog eens achterom, maar vooralsnog blijft het gevaar uit.
    Ik verdwijn in de donkere tunnel. In gedachten zie ik ze naast elkaar liggen in een groezelig bed tegen de muur van een vervallen appartement. Twee mensen door een onbekend lot aaneengesmeed tot een zwijgende commando-eenheid achter vijandelijke linies.
    Even ligt de liefde binnen handbereik – mijn vrouw en ik, oud, schuifelend door de stad als een zwijgende commando-eenheid. Maar al snel besef ik dat we beide lijden aan een gebrek aan vijanden.

Van oude koeien, en de dingen die voorbij gaan

Internetoudjes herinneren zich nog Kiers. Hij liet op allerlei weblogs commentaren achter die vaak lezenswaardiger waren dan het stuk waar ze onder stonden.
    Ooit kwam ik een lezer van Bijzinnen tegen die vertelde mijn stukken over te slaan en meteen naar Kiers’ commentaar door te klikken.
    Kiers ontvouwde eens de prachtige theorette dat mannen eigenlijk van mannenbillen houden; slank, strak en gespierd. Zelf had hij een vriendin met een royale bilpartij die buiten dat esthetische ideaal viel en dit was zijn manier om het ideaal te diskwalificeren.
    Niet lang daarna schreef Kiers zijn eigen In Memoriam en verdween van de internets.
    In de roman heb ik zijn theorette in de mond van een homoseksueel personage gelegd. Ik moest er ineens aan denken toen ik het kopje “Billenmannen” zag staan boven een bespreking van het boek in het universiteitsblad van de TU Delft.
    Naast deze oude koe, het stuk verscheen al voor de Kerst, twee iets minder oude koeien: een interview in Schrijven Magazine en een bespreking in Natuurwetenschap & Techniek.

[[image file="schrijvenmagazine.thumb.jpg" ]]

[[popup file="TNW.jpg" description="(thumbnail)" ]]

O, en tot slot, Bijzinnen is opgenomen in de favorietenlijst van Vrij Nederland. In de categorie Opinie. Blijkbaar doe ik aan opinie. In alle eerlijkheid, dat was even slikken.