Leren skiën

De witte wijn die tijdens de presentatie werd geserveerd, smaakte beter dan ik had gedacht. Gisteren was ik bezig met de gevolgen daarvan. Vandaag meldden zich de eerste mensen die het boek hadden uitgelezen. Een van hen verontschuldigde zich voor het feit dat hij het boek in enkele uren had uitgelezen, nadat er jaren werk in het schrijven waren gaan zitten. Hij vergeleek het met leren skiën: beter skiën betekent vooral dat je sneller beneden bent en dus meer tijd doorbrengt in liften. Die observatie sprak me aan, al was me niet geheel duidelijk wat de strekking ervan was. Hoe dan ook, ik heb een plek gemaakt om reacties op het boek achter te laten. Dat ik het kan begrijpen is geen voorwaarde voor gebruik. Tot slot: woensdagavond van 19-21 uur ben ik te gast op Radio 5 in het programma OBA Live (voorheen Desmet Live). Donderdagochtend schuif ik aan bij Het Balkon van Limburg, een programma op L1 Radio. De presentator heet Lubert Priems. Toen ik dat hoorde, voelde ik een moment spijt dat ik de naam van de hoofdpersoon van mijn boek niet meer kon veranderen.

Klant is koning

Sommige schrijvers vergelijken het publiceren van een boek met het voorbrengen van een kind. De analogie is enigszins hysterisch. Je mag hopen dat je een kind serieuzer neemt dan bedrukt papier. De analogie roept wel de vraag op welke rol de schrijver nog heeft nadat het boek is voltooid. Sommigen werpen zich op als beschermers die het kwetsbare wezen verdedigen tegen een koude of apathische ontvangst. Andere ouders proberen hun kind te verkopen. Tijdens interviews stralen ze geluk uit als ze over hun boek vertellen, een geluk dat niets te maken heeft met de kwaliteit van het boek en alles met het verleiden van de klant, de erotiek van de handel. Mijn jongste broer is een geboren verkoper. Hij ontdekte het geluk van een succesvolle verkoop toen hij industriële afsluiters probeerde te slijten. Die afsluiters lieten hem koud, maar hij kon er met vuur over vertellen. Ten aanzien van mijn dochter ligt die rol me wel. Ik verkoop haar met een zekere verbetenheid aan volwassenen, heb ik ontdekt. Tegen een alleszins redelijke prijs. Een glimlach, een vertederde blik, een aai over de bol, er is weinig voor nodig om de transactie bevredigend af te handelen. Een aanbod dat je niet kan weigeren. Ik vat snel antipathie op voor eenieder die de geboden waar niet gretig afneemt. Mijn boek verkopen, daarentegen, bevalt me niet. Het liefst zou ik het te vondeling leggen. Het moet zichzelf maar verkopen. Als er geen vraag naar blijkt te zijn, deugt het product wellicht niet. Iedereen die ooit iets over marketing heeft gelezen, kan uitleggen waarom die gedachtegang niet deugt. Maar ik kan me er moeilijk los van maken. Het te vondeling leggen van een kind is doorgaans een wanhoopsdaad. Dat is hier niet anders. Het is een poging om de teleurstelling te snel af te zijn. Vanaf het moment dat ik wist dat het boek uitgegeven zou worden, heb ik mezelf ingeprent hoe marginaal het verschijnsel debuutroman is. Er verschijnen er tientallen per jaar. De meeste daarvan worden nooit besproken, amper gelezen en nog minder verkocht. Je mag natuurlijk hopen dat je hieraan ontkomt. Maar hoop is gevaarlijk. Ik probeerde de teleurstelling onschadelijk te maken door haar in te calculeren, te omarmen, dood te knuffelen. Hoe dichterbij het moment van verschijning kwam, hoe krachtelozer deze strategie bleek te zijn. De consequentie daarvan is duidelijk. Als ik niet kan ontsnappen aan de teleurstelling, dan is er geen reden meer om de verkoop te mijden. Vanmiddag om vijf uur wordt mijn boek officieel gepresenteerd. Vanaf vanmiddag vijf uur stort ik mij op de schande en het geluk dat verkoop heet. Ik zal schmieren, jubelen en geluk uitstralen. En iedereen vriendelijk haten die de aangeboden waren weigert af te nemen. De eerste regel van de verkoop is bekend: de klant is koning. Vanaf vanmiddag bent u koning. Mijn eerste actie: niet goed, geld terug. De afgelopen dagen heb ik boeken verzonden aan mensen die deze via de site hadden besteld. Het bestelformulier bevatte geen optie om aan te geven of de koper het boek wilde laten signeren. Dat besefte ik pas nadat ik begon de bestellingen te versturen. Dus heb ik alle boek gesigneerd. Als iemand graag alsnog een maagdelijk exemplaar wil: niet goed, geld terug. Mijn handtekening bestaat uit een onooglijk krabbeltje gevolgd door een futloos lijntje dat langzaam uitsterft. De mensen die daar bij nader inzien graag vanaf zien: niet goed, geld terug. [[popup:Gesigneerd.jpg:(thumbnail)::0:center]]

Sommige mensen gaven als opdracht mee: verzin zelf maar een opdracht. Voor de mensen die de door mij verzonnen opdracht van onvoldoende kwaliteit vinden: niet goed, geld terug. Voor de mensen die na lezing van het boek ontevreden zijn over de prijs-kwaliteitverhouding: niet goed, geld terug. Het loket is open. De medewerkers zitten klaar. U bent koning. Geniet ervan.

Niet langer verwacht

Zojuist werd ik gebeld door de uitgeverij dat tegennatuur vandaag van de persen is gerold, een week eerder dan verwacht. Ik heb het zelf nog niet in handen gehad, maar er is me verzekerd dat het fraai geworden is. Het boek zal pas eind volgende week aan de boekhandels worden geleverd. Vanaf vandaag kunt u het echter bestellen via Bijzinnen.com. Met korting. Als u voor 21 november bestelt, betaalt u geen verzendkosten en ontvangt u het boek voordat het in de winkel ligt. Desgewenst gesigneerd en voorzien van een opdracht. Bestellen kan alhier.

Kaasfondue met Arnon Grunberg

Ik zat naast Arnon Grunberg. De kleine tafeltjes van het fonduerestaurant dwongen onze stoelen dicht bij elkaar. We bogen allebei een beetje opzij, van elkaar weg. Eerst had ik schuin tegenover hem gezeten. Toen moesten diverse aanwezigen van plaats verwisselen vanwege hun bestelling. We roerden met stukjes brood door dezelfde pan met gesmolten kaas. Ik zat naast Arnon Grunberg en ik probeerde me een houding te geven. Het was een mijnenveld. Mijn vrouw maakt regelmatig de grap dat ik verliefd op hem ben. Ik glimlach dan beleefd, maar het doet ook een beetje pijn. Toen ik laatst zei dat ik Onze Oom niet zo?n goed boek vond, zei ze: ?Hè hè, eindelijk.? Voordat ik naar de afspraak met meneer Grunberg ging, zei ze: ?Je bent niet zo briljant, maar wel veel knapper.? Ziedaar de balans van mijn leven op zaterdagmiddag jongstleden. Het mijnenveld bestond uit dingen die ik wilde vermijden tijdens de ontmoeting. De lijst was omvangrijk. Om een paar items te noemen: Niet zwatelen. Niet zwijgend toekijken. Kruiperig zijn met mate. (Over de gezagsverhoudingen bestond geen misverstand, maar het leek me prettiger die niet al te expliciet te maken.) Niet de poseur uithangen. Ongeveer tien minuten nadat meneer Grunberg was aangeschoven, hing ik de poseur uit. Er was geen redden aan. Ik had me ingesteld op een druk gesprek met schaarse mogelijkheden om iets tegen hem te zeggen. Maar de vijf andere mensen die uitgenodigd waren, bleken bescheiden en beleefd. Daardoor vielen er veel gaten in de conversatie. Ook waren er de nodige onderbrekingen door enkele mensen die werden aangeduid als ?Grunbergs hofhouding.? Later noemde iemand ze ?de onderdanen?, en meneer Grunberg nam die term zonder aarzeling over. Elk gat dat viel oefende een zuigende werking op me uit. Na het derde gat, meneer Grunberg had net het aantal gewenste kaasfondues geïnventariseerd, begon ik over het nihilisme. (Wordt vervolgd.)