Posts in Tekst
Vreemde dagen

Het zijn vreemde dagen.
    Gezinsgeluk is een soort verdoving. Zo een waar je een zekere lichtheid van in je hoofd krijgt.
    Ik poetste net een streepje poep van de wc-bril. Vera moest zelf haar billen afvegen omdat ik iets met Jules aan het doen was. Weet niet meer wat. Er was me verteld dat ze inmiddels zelf haar billen kan afvegen, maar tot nu toe zag ik geen noodzaak die vaardigheid in te schakelen. Delegeren is vaak een synoniem voor inefficiëntie.

Over inefficiëntie gesproken, onze politici hebben het steeds vaker over mensen ‘in het spitsuur van hun leven’. Meestal gevolgd door iets wat empathie moet uitdrukken. Ik ben bang dat ik strikt genomen tot de doelgroep behoor van die boodschap en dat bevalt me maar matig. Ik vond het prettiger toen politici me geen empathie probeerden te verkopen. Toen voelde ik me aangesproken door een categorie als ‘de oppassende burger’. Prima lui, de oppassende burgers, je hebt er geen omkijken naar, maar het zijn ook een beetje sukkels. Juist die sukkeligheid ontsloeg de politieke woordvoerders van de plicht tot empathie.

Het gezinsgeluk kende dit weekeinde een ongewone cesuur. Mijn vrouw reisde met enkele vriendinnen en alle bijbehorende kroost af naar een vakantiepark. Halverwege het weekeinde meldde ze telefonisch dat het weliswaar verschrikkelijk was, het vakantiepark, maar toch ook wel erg prettig.
   De markt kent ons beter dan wij onszelf en dat is soms confronterend, maar zelden onprettig.

Ik keek dit weekeinde zeven films. (Meest verrassend: Unser täglich Brot.)
    Zondagavond besloot ik mijn laptop van een schone installatie van Windows te voorzien. Ik heb nooit geprobeerd geluk te definiëren, maar het is in ieder geval dit: een schone Windows-installatie.
    Alleen ging het mis. De laptop liep voortdurend vast. Wat ik ook deed, het hielp niet.
    Uiteindelijk stopte ik de vorige harde schijf er weer in, waarop een oude, maar functionerende installatie stond.
    Prompt liep die ook vast.
    Het duurde nog een avond en een ochtend voor ik het euvel had gevonden. Ik had tijdens de schone installatie ook nog even snel een BIOS-update gedaan. Even snel, dat is een omineuze uitdrukking in deze context. De update had de IRQ’s van alle randapparaten op hetzelfde nummer gezet. Niemand wil dit weten, maar ooit ga ik dit stukje teruglezen en me afvragen wat het euvel ook alweer was. Ik kan alle crises die me als computerbezitter hebben bezocht in groot detail construeren. Daar streef ik niet naar. Sommige vaardigheden maak je je eigen ondanks jezelf.

Vanochtend, vlak voordat ik Vera uit school ging halen, was het opgelost. Vera gaat af en toe een ochtend ‘wennen’ – zoals dat heet in het jargon van de kinderprofessionals. Een soort Jip en Janneketaal waarin het woord ‘lekker’ sterk oververtegenwoordigd is. Ook deze ochtend had Vera weer een ‘lekker ochtendje’ gehad. Het onderwijs is zoals bekend gefeminiseerd en de populariteit van ‘lekker’ is daar een direct gevolg van. Je hoort het ook op andere plekken. Lekker in je vel zitten. Of: Lekker even een weekendje weg zijn. Of: Lekker dan.
   Het is een bepaalde groep vrouwen die deze zes letters de kracht toeschrijft het leven tot zijn essentie te reduceren.

Ik dwaal af. Vera gaat dus naar school. Zo goed als. Het is een constatering die onvermijdelijk de verzuchting uitlokt dat het allemaal zo snel gaat. Daar kan ik niets tegen in brengen. Het gaat allemaal zo snel. Weemoed is onmiskenbaar deel van het gezinsgeluk.

Bommeldingen en moedermoorden

De afgelopen dagen woonde ik een conferentie bij van onderzoekers en ambtenaren. Er is een lange periode geweest waarin ik nauwelijks conferenties bezocht. Het moderne kantoorbestaan heeft rituele vormen van zingeving nodig, maar ik had de indruk dat de rituelen beter gedijden in mijn afwezigheid.

Dat is langzaam veranderd, moet ik inmiddels constateren. Gisteren werd me duidelijk waarom: Ik ben een zakkenroller geworden. Terwijl het ritueel wordt uitgevoerd, snuffel ik rond in de zakken van de aanwezigen. Mijn bezoek is geslaagd als ik naar huis kan met een paar curieuze feitjes of amusante ideeën.

Zo hoorde ik gisteren dat de meldkamer van de politieregio Amsterdam-Amstelland per dag zo’n 200 bommeldingen binnenkrijgt. Deze informatie beurde me enorm op. De mensen die de telefoon beantwoorden besluiten in bijna alle gevallen de betreffende informatie te negeren. Daarvoor moeten we ze dankbaar zijn. Zodra een melding wordt voorgelegd aan een superieur is escalatie nauwelijks meer te voorkomen. Dan moet iedereen ineens zijn taak gaan uitvoeren. Waar dat toe leidt zagen we eerder dit jaar rond de Ikea in Amsterdam.

Tijdens het diner hoorde ik nog de interessante theorie dat de films van Walt Disney worden getekend door mannen met een moedercomplex. In veel verhalen komt de moeder op brute wijze om het leven. Ik moet toegeven dat ik het een van de charmantste eigenschappen vind van die films.

Barbatrick

Waar komt Barbapappa vandaan? Ik zal het maar meteen zeggen: uit de grond. Als een soort bloembol. Nee, ik geloofde het eerst ook niet.

Sinds Vera Youtube heeft ontdekt worden allerlei jeugdmysteries ontrafeld. Zo weet ik ook sinds kort waarom ik het liedje van Peppi en Kokki nooit verder kon zingen dan ‘toet toet, boing boing, Peppi en Kokki’. Omdat het namelijk onnazingbaar is.

Voordat ze Youtube ontdekte, keek ze filmpjes uit een door mij met veel zorg aangelegde videotheek op de multimediacomputer in onze woonkamer. De typering ‘met veel zorg’ is niet overdreven. Zo ben ik drie avonden bezig geweest met het omzeilen van de kopieerbeveiliging van Jungle Book en het omzetten van het DVD-formaat naar een makkelijk afspeelbaar videobestand, met behoud van beeldkwaliteit. Vooral dat laatste blijkt een soort anale fixatie bij me op te roepen. Bij het afspelen drukte ik mijn neus tegen het dertig inch beeldscherm, speurend naar compressie-artefacten. Als ik teveel blokjes zag, deed ik de hele conversie weer over, met andere instellingen. Het uiteindelijke resultaat heb ik een paar keer met veel bevrediging aanschouwd. Haarscherp en toch tot een vijfde van de omvang teruggebracht. Niet dat die verkleining nodig was, met twee terabyte aan opslagruimte. Maar zelfopgelegde beperkingen verhogen de arbeidsvreugde.

Toen ontdekte Vera Youtube. Sindsdien kijken we elke avond na het badje naar een gruwelijk korrelig filmpje. Vera wuift compressie-artefacten heel achteloos weg. Dat heeft ze van haar moeder.

Afijn. Barbapappa dus.
    Vooral de Duitse Barbapappa is op Youtube terug te vinden. Die bevalt mij ook beter, al was het maar om het vibrato van de meneer die Barbalalaaaaaaaaaa zingt. Die gaat met plezier naar zijn werk, dat hoor je meteen. Ook hoor ik liever Ra-Ro-Rick, Barbatrick, dan Huup Huup, Barbatruuk. Het rijmt, meer zeg ik niet.

Op een gegeven moment vroeg Vera om de aflevering “van de vingernas, van dat Barbapappa gesloten is”. Vingernas is gevangenis. En inderdaad, ik zag een plaatje van Barbapappa achter tralies. Titel: Die Geburt. Rare titel, dacht ik nog.
    Het begint met een keurig Duits gezin. Papa met snor, aktetas en hoedje, moeders de vrouw onzichtbaar in een huisje, een poes en twee van die kinderen die altijd vrolijk zijn, maar nooit eens een leuk idee hebben.
    Terwijl de kinderen, een jongen en meisje, in de tuin spelen, zie je onder de grond een roze bloembolletje met twee oogjes. Of zoals de verteller zegt: Ein winziges Klumpchen. Toen regende het en begon het Klumpchen te wuchsen. Te groeien, als het ware. Uiteindelijk komt Barbapappa uit de grond en stelt zich in vlekkeloos Duits voor aan de twee kinderen. Het eerste dat die doen is hem meenemen naar Vati en Mutti. Dat soort kinderen, inderdaad.
    ‘Een Barbapappa?’ zegt de vader. ‘Wat moet ik daarmee? We hebben al een poes. Ik roep de dierentuin aan.’
    Even later wordt Barbapappa afgevoerd in een kooi, huilend.
    Gelukkig weet hij uiteindelijk te ontsnappen.
    De volgende aflevering blijkt hij vreemd genoeg weer terug te zijn bij die saaie kinderen en hun vader, die vindt dat een poes al bont genoeg is als huisdier.

Dan volgen enkele tragische verhalen over de zoektocht van Barbapappa naar andere Barbapappa’s. Die kinderen hobbelen wat achter hem aan, maar ze zullen nooit eens zeggen: Zal ik de raket misschien even van je overnemen, Barbapappa? Of: Waarom zet je niet een advertentie op Markplaats?

Uiteindelijk vindt Barbapappa een Barbamamma. Hij is net terug uit het heelal, wanneer ze als een mol uit de grond opduikt. Zonder aarzeling verklaart Barbapappa haar de liefde en ze trekken zich terug in een huisje. De volgende ochtend stapt Barbapappa met een blik van bevredigde wellust uit de voordeur en blijkt mamma de buidel vol eitjes te hebben. Die stoppen ze in de grond.

Juist.

Kort daarna dumpt Barbapappa eindelijk de duffe kinderen. Die duiken enige jaren later op als sidekicks van Pippi Langkous, waar hun rol zich beperkt tot het spuien van burgerlijke bezwaren bij Pippi’s plannen. Zodat kindjes als ik zich ook met iemand konden identificeren.

Blijft de vraag waar het eitje van Barbapappa vandaan kwam. Is er nog ergens een Barbapappapappa? We hebben nog heel veel afleveringen te gaan, maar ergens hoop ik dat een rechthebbende zich binnenkort bij Youtube meldt en alle filmpjes offline laat halen.

De helderziende

Toen ik vertelde dat ik naar een helderziende ging, maande mijn vrouw me aan wel eerlijk te zijn tegen de man.
    Maar het mooie van deze helderziende bleek dat je niet tegen hem kon liegen. Niet doelgericht, in ieder geval.

De helderziende heet Joost. Na afloop van onze sessie vroeg ik hem hoe hij zijn beroep benoemde. Hij zei: ‘Energie-reader.’ Dat lijkt me een geschikte naam voor een relatiegeschenk van Nuon. Of misschien voor de meteropnemer, wanneer managers besluiten dat de functieomschrijving ‘meteropnemer’ in al zijn nauwkeurigheid iets te weinig allure uitstraalt. Ik vond het enigszins ontsierend, misschien omdat ik die voorliefde niet begrijp voor het rondstrooien van brokjes Engels.

In het afgelopen jaar heeft Joost een kleine schare webloggers en schrijvers op bezoek gehad. Hij nodigt ze uit. De afspraak is: hij leest je energie en jij schrijft er een stukje over. Die stukjes plaatst Joost vervolgens op de site van zijn praktijk. Een van de sympathiekere vormen van marketing.

Op zijn eerste uitnodiging antwoordde ik terughoudend. Ik heb me vroeger door verschillende geliefdes laten overhalen me ‘open te stellen’ voor esoterische praktijken en die ervaringen hebben mijn nieuwsgierigheid tamelijk vakkundig uitgeroeid.

Na zijn tweede uitnodiging realiseerde ik me ineens dat ik mijn eigen scepsis niet meer interessant vond. Ik geloof er niet in, prima. Dat is nog geen reden je energie niet te laten readen.

En zo zat ik gistermiddag op een stoel in een bovenkamertje aan een Utrechts woonerf. Op zo’n stoel die je dwingt rechtop te zitten.
    Joost zat op een identieke stoel recht tegenover me, op een meter afstand.
    Terwijl hij zich concentreerde bekeek ik het interieur. Er lagen allerlei stenen op tafeltjes en plankjes, het soort stenen dat, om mij onbekende redenen, mensen in het alternatieve circuit tot een grote verzamelwoede weet te brengen.
    Toen zag ik, tussen de stenen, een kleine bandiet.
    Een zwart playmobielpoppetje met een zwarte cowboyhoed, een zwarte zakdoek over zijn neus en mond, twee kogelriemen om het bovenlijf en in elke hand een pistool. Alleen al dat bandietje maakte de reis naar Utrecht de moeite waard. Ik probeerde te bedenken wat het verhaal was van het bandietje. Dat er een verhaal was, leek me duidelijk.

Joost keek me recht in de ogen en zei dat hij af en toe zijn ogen dicht zou gaan doen. Dat vond ik een geruststellende mededeling. Ik kan niemand langer dan enkele seconden in de ogen kijken. Dan krijg ik het gevoel dat er stoppen op het punt staan door te slaan, ergens vlak achter mijn ogen. Met een uiterste wilsinspanning kan ik die tijdspanne soms oprekken, bijvoorbeeld als ik het idee heb dat wegkijken mijn zojuist gedane bewering leugenachtig doet voorkomen. Overigens zegt mijn vrouw dat ik dan gekweld kijk, hetgeen mijn waarachtigheid evenmin bevordert.

De sessie duurde anderhalf uur. Ik zei niets, op de mededeling na dat ik niets te zeggen had. Joost vroeg me alleen af en toe mijn naam uit te spreken.
    ‘Hallo, Michel van Eeten,’ antwoordde hij dan. Glimlachend. Met zijn ogen dicht.

Tijdens de sessie vertelde hij wat hij in mijn energie zag. Ik had niet verwacht iets nieuws te horen en hoorde dat dan ook niet.  Wat niet wil zeggen dat het onjuist was of oninteressant. Maar ik vermoed dat een trouwe lezer van dit weblog me even accuraat zou kunnen ontleden.

Wat me voor Joost innam is dat hij zeer zorgvuldig en helder formuleerde. Dat hield hij anderhalf uur lang vol, ook als hij toch alleszins vage observaties probeerde te articuleren. Ik dacht: esoterie zou een stuk verdraaglijker zijn als andere beoefenaren dezelfde taalbeheersing als Joost zouden hebben.

De sessie begon met een sterk beeld dat mijn huidige preoccupaties zeer handzaam samenvatte. Gaandeweg de reading merkte ik dat mijn aandacht aan het verschuiven was. Ik begon Joost interessanter te vinden dan de mededelingen over mezelf. Na afloop probeerde ik hem te interviewen, maar hij moest zijn kinderen van school halen, dus dat was niet mogelijk. Ons schoolsysteem predikt tolerantie, zolang als iedereen maar tijdig zijn kinderen komt afhalen.

We namen afscheid bij zijn voordeur. Ik fietste twee keer verkeerd voor ik de uitgang van het woonerf had gevonden.

Samenvatting

Ik keek voetbal. Mijn vrouw kwam even naast me zitten. Ze komt graag naast me zitten als ik voetbal kijk, want dan zit ik stil en kan ze op mijn schoot slapen.
    Vroeger wilde ze nog wel eens vragen welke competitie het was. Het antwoord beklijfde niet, dus die vraag hebben we achter ons gelaten.

De bal werd wat breed gespeeld, onderschept en weer breed gespeeld. Het soort voetbal dat veel mannen in mijn omgeving deed klagen dat de samenvattingen van RTL te lang waren.
    Alleen mensen die niet van voetbal houden zeggen zoiets. There is no such thing als een te lange samenvatting.
    Een korte samenvatting kijken is alsof je van de Tour alleen alle eindsprints bekijkt, van Idols alleen het winnende lied luistert, van een boek alleen de, nou ja, samenvatting leest.
    Maar ik ben alleen in die mening, schijnt.
    Ik mis evenzeer de analyses van Jan van Halst. Ook dat is een vrij eenzaam soort missen. Gelukkig kan ik bij Match of the Day nog wel fijne ontledingen zien van verdedigers die precies op tijd inschuiven of falende zonedekking op het middenveld of hoe het toch mogelijk is om tussen de linies te spelen terwijl je tegenstanders dat proberen te beletten.

Een rood poppetje wierp in, waarna het eindeloze zoeken naar de vrije man op het middenveld weer verder ging. Ondertussen werd er jolig gezongen op de tribunes.

Toen zei mijn vrouw ineens: Zo is het veel spannender dan een samenvatting.
    Ik keek naar haar hoofd in mijn schoot. Ze wil nog wel eens praten in haar slaap, al ging dat tot dusver nooit over voetbal. Maar ze sliep niet.
    En ik dacht: het huwelijk is een mooie uitvinding.

Synchronisatie

Het linker toilethokje was vrij.
Het rechter ook, maar daarin is het licht al maanden stuk. Voorafgaand aan het overlijden heeft de spaarlamp dagenlang onregelmatig geknipperd, waardoor de stoelgang een nogal surrealistische aangelegenheid werd.

Ik ging het linker hokje binnen. Hier is de toiletbril stuk. Een van de klemmen is verdwenen. Bij een onvoorzichtige beweging komt de gehele bril los van de pot.

Al maanden lang ga ik er van uit dat de reparaties nu elk moment kunnen plaatsvinden. Ik heb zelf de defecten niet gemeld aan het gebouwbeheer. Enkele tientallen mannen maken gebruik van dit toilet en een van hen zal bellen. Dat was de aanname, in ieder geval. Zo werkt het ook bij defecte kopieerapparaten.
Maar er is een verschil.
Kopieerapparaten worden ook door vrouwen gebruikt.
Ik heb geen kennis uit eerste hand van de staat van onderhoud van de vrouwentoiletten, maar ik maak me sterk dat een defect binnen een dag aan gebouwbeheer zou zijn gemeld. Als het de volgende dag nog niet verholpen zou zijn, zou er opnieuw gebeld worden.

Nee, dan de mannen. Enkele tientallen mannen, mezelf incluis, blijken al maandenlang in een soort chicken game verwikkeld zijn: Welke sukkel gaat er bellen.
Ondertussen draperen we voorzichtig onze billen op de loszittende toiletbril. En zuchten we als we onnadenkend het andere hokje inlopen, de deur op slot doen en dan vervolgens merken dat het licht het niet doet. Wat we al wisten. Het mooiste is het moment dat dan volgt: de zojuist ingesloten man drukt nog een keer of drie op de lichtknop. Dat kun je goed horen vanuit het linker hokje. Klik klik klik. Dan de zucht, dan het slot dat wordt opengedraaid, dan de deur die zich opent, dan het wegbenen uit de toiletruimte.
O ja, en dan het niet bellen.

Vandaag besloot ik, voorzichtig zittend in het linkerhokje, dat ik ging bellen.
Of nee, dat ik de secretaresse ging vragen om te bellen.
De enige vraag was nog of ik dat per email ging doen of dat ik de vijf meter zou lopen naar haar kamer. Het liefst natuurlijk per email, maar het respect van secretaresses is niet iets om lichtvaardig te verspelen.

Tijdens het handenwassen had ik mijn besluit genomen.
Net voor ik naar buiten liep, opende ik de deur van het rechterhokje. Ik drukte op de knop. Er gebeurde niks. Net toen ik de deur weer wilde sluiten, sprong de lamp aan. De spaarlamp, moet ik zeggen.

Verbluft verliet ik de toiletruimte.

Ooit heeft onderzoek beweerd dat menstruatiecycli synchroon gaan lopen bij samenwonende vrouwen. Misschien zijn wij, de tientallen mannen die dit toilet bezoeken, ook gesynchroniseerd geraakt. Ik kon een gevoel van verbondenheid niet onderdrukken.
Nu die toiletbril nog.